In februari van dit jaar namen de GGD’s van Friesland, Groningen en Drente het initiatief voor een onderzoek onder burgers die regelmatig geurhinder of gezondheidsproblemen ervaren door rook van houtkachels in hun buurt.
Rook uit een houtkachel kan een bron van overlast of gezondheidsklachten zijn voor de buren. Sommige mensen dienen een klacht in, bijvoorbeeld bij hun gemeente. Voor gemeenten is het echter moeilijk vast te stellen of de hinder dermate ernstig is dat zij ook ontoelaatbaar is.
De GGD’s van Friesland, Groningen en Drente deden metingen van fijnstof om de overlast door rook van houtkachels in de buurt te kunnen beoordelen. Burgers uit de noordelijke provincies konden zich vrijwillig voor het onderzoek opgeven.
De eerste resultaten zijn inmiddels naar buiten gekomen op de jaarlijkse Friese VTH (Vergunningen Toezicht en Handhaving) Netwerkdag. Hier werden diverse kennispresentaties gehouden, waaronder ‘Stookinstallaties – houtrook en gezondheid’ door Frans Duijm, milieuarts.
In deze presentatie werd ingegaan op de reeds bekende effecten van houtrook, zoals geurhinder en stress, (verergering van) astma of COPD, (meer kans op) hartinfarct, beroerte, enz. en (verhoging van de kans op) longkanker.
Ook kwam het grote aantal – deels schadelijke – verbrandingsproducten in houtrook ter sprake, o.a.: PM, roet, CO, VOS, aldehyden, PAK’s, B(a)P = benzo(a)pyreen, dioxinen, levoglucosan (markerstof) en geurstoffen zoals methoxyfenolen.
Diverse bronnen dragen bij aan fijnstof in de atmosfeer. Maar liefst 26% van fijnstof PM2,5 blijkt aan de 1.300.000 houtkachels en open haarden van consumenten te wijten te zijn! Daarmee staat de particuliere houtstook met stip op één. Op twee staan containerschepen, op drie bevindt zich sigarettenrook met 14%. De uitlaatgassen van personenauto’s vormen maar 5% van de totale fijnstofemissies PM2,5 (Bron: Emissieregistratie 2013).
Het eigenlijke onderzoek geschiedde in 10 woningen in Noord-Nederland bij bewoners die ernstige klachten ondervinden door de houtrook van buren. Bij hen vond een huisbezoek plaats en zij beantwoordden diverse vragenlijsten. Gedurende een week werd bij hen constant gemeten en om het uur werden eventuele klachten geregistreerd.
In 3 van de 10 gevallen werd een statistisch significant verband tussen hinder en PM2,5 gevonden. Soms ondervonden bewoners veel hinder zonder dat er een overschrijding van de advieswaarde gemeten werd. In 8 van de 10 gevallen waren de etmaalgemiddelden echter boven de advieswaarde.
De etmaalgemiddelde advieswaarde is een wetenschappelijke norm ter bescherming van gezondheid.
Een overschrijding van die advieswaarde kan meewegen in bestuurlijke en juridische procedures, bij voorbeeld op grond van het Bouwbesluit art. 7.22 dat het verbod op het verspreiden van hinderlijke of schadelijke stank of rook regelt.
De bevindingen van het onderzoek geven aanleiding tot de volgende aanbevelingen voor toekomstig lokaal beleid:
– De etmaal-advieswaarde moet gelden als norm voor de luchtkwaliteit
– Houtstook moet worden verboden bij ongunstig weer
– Er moeten houtrookvrije buurten komen
– Schoorstenen in een woonbuurt moeten hoger zijn dan de woningen
Daarnaast moet lokaal het verbod op het verbranden van afval gehandhaafd worden.
De bevindingen van het onderzoek geven aanleiding tot de volgende aanbevelingen voor toekomstig landelijk beleid:
– Consumenten moeten verplicht worden tot het gebruik van schone kachels en het toepassen van rookreinigers, zoals b.v. een katalysator tegen stankoverlast, en een elektrostatisch filter tegen fijnstof
– Bij het bepalen van de hoogte van een schoorsteen moet de afstand tot de buren beter worden meegewogen dan nu in het Bouwbesluit is voorgeschreven, met het oog op de verdunningsfactor van de rookgassen
– Rook- en stankoverlast moeten net als geluidsoverlast in het Wetboek van Strafrecht worden opgenomen
Presentatie Stookinstallaties – houtrook en gezondheid