Houtige biomassa: een heftige discussie!

Houtige biomassa: een heftige discussie!
12 mei 2020 Redactie
biomass-heating-power-plant foto pixabay

“Voor wie eronder lijdt, is blootstelling aan fijnstof ernstig”

Luchtkwaliteit, het woord horen we de afgelopen tijd steeds vaker in discussies over biomassa. Zelfs minister Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat, ontkwam er niet aan in zijn reactie op het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving over biomassa dat onlangs verscheen. Op de lange termijn is volgens Wiebes de toepassing van biomassa voor verwarming en elektriciteit niet houdbaar. Helaas, willen we de klimaatdoelen halen dan kunnen we er voorlopig niet zonder. De tegenstanders van de bomenkap komt de minister enigszins tegemoet: het kappen van oerbossen of tachtig jaar oude bomen is niet de bedoeling.

Wiebes weet waar hij over praat. Voordat hij minister werd was hij wethouder Verkeer en Vervoer in Amsterdam en zat luchtkwaliteit in zijn portefeuille. Daar kon hij met minder geld dan begroot de lucht al een stuk schoner te krijgen, alleen de sanering van stikstofdioxiden bleek duur te zijn. Hij heeft bovendien zelf publiekelijk toegeven last te hebben van de pelletkachels in Amsterdam-Zuid.

Wiebes noemt als één van de randvoorwaarden voor biomassacentrales aandacht voor de luchtkwaliteit. Het RIVM waarschuwt de minister: houtstook (en het stoken van groenteafval) zorgt voor een toename van fijnstof. En dat terwijl collega-minister Stientje van Veldhoven, verantwoordelijk voor luchtkwaliteit, juist op termijn de strengere normen van de WHO voor fijnstof wil gaan toepassen. Luchtkwaliteit en klimaatbeleid blijken hier stevig te botsen. Binnen WHO-verband geven wetenschappers zelfs al aan dat voor fijnstof geen veilige marge bestaat. Een schril contrast met de soepele EU-normen die nu in Nederland gelden.

Guus Velders, werkzaam bij het RIVM en hoogleraar klimaat en luchtkwaliteit, kijkt met lede ogen naar de toenemende populariteit van biomassa. Want deze energiebron is niet alleen in opmars voor de verwarming van woningen, maar ook als bio-brandstof voor auto’s, vrachtauto’s en boten. Het draagt allemaal bij aan de ‘fijnstofdeken’ die boven Nederland hangt. Niet aan beginnen is zijn oordeel. “Voor wie eronder lijdt, is blootstelling aan fijnstof ernstig”, zegt de RIVM-expert.

Tijdens de coronacrisis hebben we gezien dat het kabinet de visies van RIVM-experts hoog aanslaat. En dan lijkt het logisch dat als fijnstof in plaats van een virus onze gezondheid en luchtwegen belaagt, ook hier gezondheid de doorslag geeft.

De discussie over biomassa zal nog wel even voortduren. De organisatie van Johan Vollenbroek, Mobilisation for the Environment, heeft veel kritiek op het rapport van het planbureau: te veel meningen, te weinig feiten. De FAB, de landelijke federatie tegen biomassacentrales, werkt nauw samen met Vollenbroek die middels een gewonnen rechtszaak Nederland in een nu al bijna vergeten stikstofcrisis deed belanden.

Wat doet de Stichting HoutrookVrij? Die blijft zich focussen op de strijd tegen de particuliere houtstook. Op houtkachels die vele malen primitiever zijn dan de grote houtkachels, de biomassacentrales met hun filterinstallaties. Houtkachels die zonder vergunning en zonder controle mogen ‘draaien’. En waar zelfs de overheid, gezien de noodzaak van stooktips, weinig fiducie heeft in de capaciteit van de stoker. Houtkachels waarvan er een ongelimiteerde hoeveelheid mogen komen in een woonwijk of straat.

De discussie over vooral houtige biomassa is niet los te zien van de discussie over de gewone houtkachel. Alleen door de aanpak van alle vervuilingsbronnen wordt de lucht schoon. Wij informeren via een infographic hoeveel meer fijnstof al die kleine houtkachels tezamen uitstoten dan al die biomassacentrales. Waarom? Om te voorkomen dat het beeld ontstaat dat het met die kleine houtkachels wel meevalt. De longen maken overigens geen onderscheid tussen fijnstof uit een houtkachel of een biomassacentrale. Het gaat vooral over de daadwerkelijke hoeveelheid fijnstof die wordt ingeademd.

45mm-wide case in polished steel with wire-style lugs typical of how early wrist watches looked. This was because early wrist watches were really just pocket watches with lugs soldered to them. These two longines telemeter chronograph mens designer belts replica watch are chronograph watches that come in at around 41 mm wide. They feature a steel case and a durable leather strap. The movement is self-winding, stop and reset the chronograph and there is no way to restart the timer without resetting. The earliest watches were built around the Lemania cal. 15CHT and later models.