Uit een algemeen artikel over epigenetica, blijkt dat een ongezonde leefstijl (veel vet, suiker en vitaminetekort), alcohol, roken maar ook luchtvervuiling door fijnstof, veranderingen en verstoringen kunnen veroorzaken van de epigenetische laag om ons erfelijk materiaal. Deze veranderingen kunnen schadelijke effecten hebben op onze gezondheid, maar ook op die van ongeboren kinderen en zelfs op de geslachtcellen van ongeboren kinderen en zo op onze kleinkinderen.
Deze epigenetische laag, het epigenoom, bevindt zich op en om ons erfelijk materiaal: het DNA met de 20.000 verschillende genen. Dat DNA wordt ingepakt om het te beschermen tegen radicalen, maar ook om het aflezen van genen te reguleren: door het afschermen of juist te labelen worden genen niet of wel (of een beetje) afgelezen door RNA, dat ervoor zorgt dat de specifieke eiwitten, zoals gecodeerd in dat gen, uiteindelijk gevormd worden.
Zo zorgt het epigenoom ervoor dat een bevruchte eicel kan uitgroeien tot verschillende gespecialiseerde cellen zoals hart-, huid- en hersencellen die allemaal verschillende genen gebruiken voor verschillende functies.
Deze epigenetische regulering vindt ook plaats om het snelgroeiende embryo aan te passen aan de omstandigheden uit de omgeving zoals de mate van voeding of stress bij de moeder, ook wel epigenetische herprogrammering genoemd, wat ook negatieve gevolgen kan hebben voor later in het leven.
Deze epigenetische laag bestaat uit de volgende mechanismen om het DNA niet of juist wel te laten aflezen: het plaatsen van methylgroepen op het DNA blokkeert aflezing, het plaatsen van acetylgroepen of eiwitcomplexen op de histonen (van eiwit) rolt het DNA strakker of juist losser op en maakt aflezen moeilijker/makkelijker en tot slot het afschermen van DNA door niet-eiwit-coderend RNA wat aflezen blokkeert.
Op het moment dat de eicel bevrucht is en samensmelt met een zaadcel wordt de hele epigenetische laag grotendeels afgebroken, een soort van reset, maar ook om dat samensmelten van DNA mogelijk te maken. Daarna wordt het epigenoom weer opgebouwd, aanvankelijk snel maar later meer geleidelijk als het embryo verder groeit.
Ook de geslachtscellen van het embryo worden al vroeg aangelegd en van een epigenetische laag voorzien, voor jongens vindt dat ook nog tijdens de puberteit en daarna plaats.
In de periode kort na de bevruchting en tijdens de snelle groeiperiode in de embryo fase maar ook wanneer kinderen in de groei zijn, en tijdens de zaadproductie bij jongens en mannen is deze epigenetische laag extra kwetsbaar voor verandering en verstoring van dit proces wat uiteindelijk tot latere gezondheidsproblemen kan leiden.
Op bladzijde 18-19, 24-25 en 80-81 valt expliciet te lezen dat het ook om roken, vervuiling en fijnstof gaat.