Bij overlast of hinder door houtrook wordt geadviseerd eerst zelf contact te zoeken met degene die de overlast veroorzaakt. Dat kunnen de directe buren zijn maar is meestal iemand die misschien wel een straat verderop woont. Want rook verspreidt zich over honderden meters.
Onze ervaring leert dat het aanspreken van de veroorzaker van de overlast slechts in beperkte mate helpt. En op zich is dat logisch.
De meeste stokers zijn zich van geen kwaad bewust. Ze zijn niet op de hoogte van de gezondheidseffecten van houtrook. Ze denken milieuvriendelijk bezig te zijn. En ze vinden brandend hout lekker ruiken. Daarnaast hebben ze geïnvesteerd in de voorziening. De kachel is in de woonkamer geplaatst. Er zijn aanpassingen gedaan. Soms erg veel (aansluiting op cv). Houtopslag is geregeld. De dakdoorvoer is gerealiseerd. Er is dus veel werk gedaan en het heeft wat gekost. Dus moet men welverdiend kunnen genieten van de kachel. En dan staat er plotseling een buurman of buurtbewoner voor de deur die vraagt of de stoker rekening met ze wil houden. Want de rook komt bij hen het huis in. Een rechtstreekse benadering, een directe klacht. Wat doet dat met de stoker?
De meeste stokers reageren kwaad. Want je raakt ze direct in hun persoonlijke vrijheid. Objectieve uitleg van de beweegredenen wordt meestal direct verworpen. Want niemand heeft de stoker verteld over de nadelige effecten van houtrook. Ook kachelverkopers niet. En de overheid heeft weinig aandacht voor dit onderwerp. Daarmee raakt het gesprek meestal in een impasse. Alleen als de stoker bereid is om na te denken over de effecten van houtstook is resultaat mogelijk. Maar een zwaluw maakt echter nog geen zomer. Zonder hulp van de overheid zal dit groeiende probleem niet opgelost kunnen worden. We leven nu eenmaal in een individualistische wereld.