Vorig jaar berekende Stichting Houtrookvrij dat bij paasvuur Espelo 2017 naar schatting 11 ton fijnstof vrijkwam. Dat zit zo: in 2016 haalden de bouwers een hoogte 18,8 meter met een opgegeven inhoud van 5.714 kubieke meter. Dit komt overeen met een gebouw van bijna zes verdiepingen. We gingen uit van 6.000 kubieke meter gezien het doel van 20 meter en 0,15 ton per kubieke meter snoeihout. Dan gaat er dus zo’n 900 ton snoeihout in rook op.
Met 50 gram fijnstof voor 4 kg hout (zie plaatje, bron: VMM) in de open haard kom je uit op 11.250 kilo fijnstof PM10, ofwel 11 ton. Dat komt, via 300 vrachtwagenkilometers per 4 kg hout in de open haard, weer overeen met 67.500.000 vrachtwagenkilometers. Dat is dus bijna 1.700 keer de wereld rond met een dieseltruck. Uiteraard komen er nog veel meer schadelijke stoffen vrij bij verbranding van hout. Denk aan bijvoorbeeld dioxines, PAK’s, benzeen en koolstofmonoxide.
Emissieregistratie
Het RIVM schat in de emissieregistratie de uitstoot van circa 350 verontreinigende stoffen in Nederland. Hoofdbronnen zijn sectoren als chemische industrie, energieopwekking, landbouw, verkeer en consumenten.
Onder die laatste categorie vinden we onder meer “vuurhaarden consumenten” (houtverbranding), maar ook zaken als de uitstoot van vuurwerk, barbecueën en het gebruik van een reek van oplosmiddelen. Zelfs de nationale uitstoot van het branden van kaarsen, het roken van sigaren en het roken van sigaretten is elk in aparte subcategorieën terug te vinden.
In 2017 telden we 116 paasvuren in Drenthe, 110 in Gelderland, 172 in Overijssel, 12 in Friesland en 33 in Groningen. Dat betrof alleen de via de provinciale media aangemelde paasvuren. Verder vonden er nog een onbekend aantal paasvuren in Flevoland plaats.
De meeste paasvuren zijn veel kleiner dan de megabulten van Espelo en Dijkerhoek. Maar toch, als we er conservatief van uitgaan dat al deze 443 paasvuren – inclusief de megabulten zelf – een omvang van slechts 10% van de grootste houtstapels hebben, dan praten we over een totaal van 450 ton fijnstof. Dat is bijvoorbeeld 50% meer dan fijnstof door vuurwerk (298 ton). Reden genoeg om te veronderstellen dat paasvuren ook een eigen plekje verdienen in de emissieregistratie.
Fijnstof
Wij legden daarom deze vraag vorig jaar voor aan het RIVM. Zij rekenden ons in een eerste grove schatting – met 13,6 MJ energie voor een kilo hout en 161 gram fijnstof per GJ energie – voor dat het paasvuur van Dijkerhoek van 5.431 kuub zo’n 1,8 ton aan fijnstof opleverde.
Het verschil zit hem in de emissiefactor: het RIVM gebruikt in deze eerste opzet de algemene Nederlandse emissiefactor sfeerverwarming tegenover de hogere Vlaamse emissiefactor voor open haarden uit onze schatting. Deze emissiefactor van het RIVM is een gemiddelde van verbranding in onder andere houtkachels, waarbij aanzienlijk minder fijnstof vrijkomt dan bij open vuur.
Een goede inschatting maken is natuurlijk lastig. De omvang en samenstelling van de vuren verschillen sterk. Hoeveel zijn er jaarlijks en hoe groot? Ligt er een kern van pallets? Hoeveel snoeihout, grof hout, fijn hout? En hoe vochtig is het hout? Dat hangt weer af van hoe vroeg met de bouw is begonnen.
https://twitter.com/LilyBarclay2008/status/853681091747737601
Over het algemeen kunnen we wel stellen dat de omstandigheden wijzen op een relatief grote vervuiling door paasvuren: veel vers, vochtig snoeihout dat op de meest inefficiënte manier wordt verbrand. De enorme rookpluimen in bovenstaand filmpje spreken boekdelen.
Het RIVM is van mening dat hun “eerste schatting voldoende aanleiding geeft om deze bron nader te bekijken op relevantie voor het opnemen in onze emissieregistratie.” Zorgvuldigheid is belangrijk. De onderzoekers geven daarom aan wel na te moeten gaan “op welke manier we jaarlijks aan consistente en betrouwbare activiteitsgegevens kunnen komen (of een schatting daarvan). Verder zullen we met deskundigen een onderbouwde emissiefactor moeten vaststellen.”
Verbeterpunten
Zulk onderzoek kost tijd en geld. In 2017 was het budget voor verbeteringen van de emissie-inventarisatie reeds volledig toegewezen. Het RIVM gaf aan paasvuren mee te nemen in de groslijst van verbeteringen voor 2018. De prioritering van deze verbeterpunten “komt tot stand op basis van brongrootte, onzekerheden, beleidsrelevantie en aanwijzingen vanuit internationale verplichtingen.”
Wij hopen dat het RIVM spoedig middelen voor onderzoek kan vrijmaken om paasvuren toe te voegen aan de emissieregistratie. Zo kan iedereen een duidelijker beeld kan krijgen van de immense milieuvervuiling en bijbehorende gezondheidsrisico’s die deze paastraditie met zich meebrengt.
Het beschermen en levend houden van folklore en tradities is een groot goed. Maar de vraag rijst of het wenselijk is om de paasvuur-traditie – in de huidige tijd en op deze nog steeds uitdijende schaal – zo in stand te houden.