DEBAT
We komen er samen wel uit?!
Ik ben altijd voorstander van een opbouwend debat geweest. Voorstanders en tegenstanders van een bepaalde stelling moeten naar elkaar luísteren, vind ik, en openstaan voor argumenten. Dat leidt tot wederzijds begrip, zo kun je elkaar tegemoetkomen, en tot voor iedereen aanvaardbare compromissen komen. Dat was mijn theorie.
In het debat met mijn buren over de overlast die hun houtkachel veroorzaakt was mijn opstelling dan ook: ik heb alle begrip voor het feit dat zij duizenden euro’s geïnvesteerd hebben in een houtkachel, in de hoop dat deze zichzelf terugverdient door een lagere gasrekening. Ik snap ook dat het feit dat wij overlast ervaren voor hen een vervelend, onvoorzien effect is van hun besluit om op hout te gaan stoken.
Daartegenover verwacht ik van hen dat zij bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen voor de overlast die ze veroorzaken. En ik hoop dat zij begrijpen dat ik geen zeurkous ben die bij het minste geringste loopt te klagen, dat ik alleen aan de bel trek als er echt iets aan de hand is. En vanzelfsprekend reken ik er op dat ze snappen dat je niet altijd zomaar kunt doen waar je zin hebt als je niet in the middle of nowhere woont, en ik ga er zelfs vanuit dat ze bereid zijn rekening te houden met een ander.
Ik dacht dat we in alle redelijkheid over en weer naar elkaar zouden luisteren. Zo zouden we toch tot afspraken moeten kunnen komen?
Niet dus.
Mijn buren zeggen het weliswaar vervelend te vinden dat wij dankzij hun kachel regelmatig last hebben van stank in en om huis, geïrriteerde luchtwegen, hoesten, niezen, tranende ogen. Dat wel: erg vervelend voor ons. Maar zij zijn niet bereid hun stookgedrag aan te passen. En, zo voegen ze er en passant aan toe, zij vinden het wel erg vervelend als wij overlast bij hen melden, of we dat maar niet meer willen doen.
Dat was de praktijk.
Tegen die achtergrond vind ik het des te irritanter als ik op Twitter de reactie van een vertegenwoordiger van de kachelbranche lees. Hij reageert op de vraag of een debat over houtstook al dan niet nodig is met:
“Bedoel je een opbouwend en positief debat of een debat om huishoudelijke houtverwarming de grond in te boren met vergelijkingen qua uitstoot als roken, autorijden, oerbossen…”
Dus, de kachelman komt doodleuk een pijp op het dak van mijn buurman plaatsen, en vertelt daar níet bij dat het niet zo handig is een schoorsteen op drie meter van een naburige dakkapel te plaatsen, omdat de buren misschien ook wel eens een raam of ventilatierooster open willen kunnen zetten om te ventileren, bijvoorbeeld? Die kachelman die zijn klant er niet op wijst dat deze situatie volstrekt ongeschikt is om dagelijks hout te stoken: een kachelpijp die niet eens boven de nok van ons dak uit steekt.
Welnee, de kachelman vertelt zijn klant dat als je maar de Zwitserse methode hanteert, en schoon hout gebruikt in deze, best wel dure, Ecodesign-kachel, dat er dan eigenlijk nauwelijks sprake van overlast kan zijn.
En als ik het dan tóch vervelend vind dat er regelmatig een teerachtige lucht in mijn slaapkamer hangt, of rooklucht in mijn tuin, stank in mijn woonkamer, dan zal dat wel aan mij liggen, denkt mijn buurman. Want de kachelman, die héél véél verstand van stoken heeft, heeft hem vertelt dat het geen probleem zou zijn. “Natúúrlijk kun je hier best op hout stoken. Hartstikke gezellig, juist!”