
De emissieregistratie maakt iedere februari de definitieve uitstoot van vervuilende stoffen bekend uit het voorlaatste jaar, in dit geval 2023. De meest schadelijke stoffen uit particuliere houtstook hebben we weer in een infographic gezet en vergeleken met de andere bronnen. Het gaat om het fijnere fijnstof PM2,5, de polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) en benzeen.
Deze uitstoot komt van een kleine minderheid van 20% huishoudens die binnen en/of buiten op hout stookt. Door 12,6% wordt binnen op hout gestookt met 1% als hoofdverwarming (I&O Research, CBS).
De cijfers blijken opnieuw geen rekening te houden met de toename van houtstook door de gestegen gasprijs. Het kachelmodel van TNO schat het houtgebruik voor 2022 en 2023 juist lager in door warmere winters. Toch verdubbelde het aantal brandhoutbedrijven bij de Kamer van Koophandel in de afgelopen jaren (Pointer). Deze bedrijven konden de toegenomen vraag naar brandhout in 2022 nauwelijks aan (BNNVARA). Ook TNO geeft aan dat de uitstoot van houtstook is toegenomen. Van de stokers gaf 30% aan in 2023 meer hout te stoken dan in 2022 vanwege de gasprijs; 19% gaf aan dat minder te doen vanwege het klimaat (CBS). De cijfers tonen houtstook weer als grote vervuiler, afkomstig van een kleine stokende minderheid.
Houtstook onveranderd met 27% grootste bron van fijnstof
Houtstook blijft met 27% de grootste bron van het PM2,5 fijnstof. Binnen stoken veroorzaakt 23%. Alle houtstook percentages zijn gelijk aan die van 2022. Vuurwerk is in 2023 – na de corona periode – bijna verdubbeld en daarom apart vermeld. Industrie en zeescheepvaart zijn ieder een procentpunt gedaald.
Door de hoge piekwaarden rondom de bron ligt het percentage voor houtstook in woonwijken hoger. Moderne EcoDesign houtkachels stoten altijd nog 3.100 keer meer PM2,5 uit dan de Cv-ketel op gas.
PM2,5 fijnstof kan schade aan vrijwel elk orgaan veroorzaken, met invaliderende ziekten en vroegtijdige sterfte tot gevolg.
Houtstook verreweg grootste bron PAK nu met lagere 67%
Houtstook blijft verreweg de grootste bron van PAK maar nu met 67% en dat was in 2022 75%. Houtstook binnen veroorzaakt nu 56% en dat was 63% in 2022. Dat is bijna volledig het gevolg van de 6 keer zo grote uitstoot in ‘Industrie overige’ vanwege het meetellen van PAK uit asfaltbedrijven. PAK uit de industrie is daardoor toegenomen van 3% tot 13%. Onduidelijk is waarom dit niet eerder is meegerekend. De definitieve cijfers van 2022 en vorige jaren zijn daar inmiddels ook op aangepast, waardoor onze eerdere infographics uit 2022 niet meer kloppend zijn. Ook het RIVM schreef over 2021 nog over 75% voor houtstook. PAK uit het verkeer en vervoer zijn door de dezelfde oorzaak procentueel afgenomen van 10% naar 7%.
PAK beschadigen cellen en zijn kankerverwekkend. Zij worden door de overheid gerekend tot de Zeer Zorgwekkende Stoffen. Volgens Europees onderzoek blijken PAK in het PM2,5 de belangrijkste bron van de (oxidatieve) weefselschade door dat PM2,5.
Houtstook onveranderd met 29% grote bron van benzeen
Houtrook blijft met 29% een grote bron van benzeen. De percentages voor benzeen zijn vergeleken met die van 2022 weinig veranderd. Alleen de industrie is een procentpunt gedaald naar 8% en de restgroep is 1% toegenomen.
Ook benzeen wordt gerekend tot de Zeer Zorgwekkende Stoffen. Benzeen verhoogt het risico op bloed- en beenmergkanker. Ook voor deze stof is er geen veilige ondergrens, wat betekent dat het risico hierop altijd toeneemt.
Wil je een pdf van de infographics downloaden ga dan naar onze infographics.
Wil je lezen over de toename van brandhoutbedrijven, klik dan op Pointer of over de toegenomen vraag naar brandhout op BNNVARA. Voor het percentages stokers op CBS. Lees over de 3.100 keer hogere uitstoot van de EcoDesign houtkachel bij GTD (bladzij 7). Lees meer op onze site over de gezondheidseffecten bij PM2,5, PAK of benzeen. Of kijk bij de emissieregistratie. Bij ‘Methodewijzigingen’ is te lezen over het recente meetellen van PAK uit asfaltbedrijven. En bij RIVM over de 75% PAK in 2021 (gemeten met de merkerstof BaP, zie bladzij 4, 2e alinea.)